T: H.de Coninck
met een toevoeging van Herman van Veen
M: Herman van Veen
Edith Leerkes




de laatste twee der dapperen
jaar: 2005

Hij ziet in de kleedkamerspiegel
de jaarringen rond zijn ogen
als kringen van stenen in een poel.
Ze hebben gezien,
maar blijven bezig met niet meer glad te strijken gevoel. Ze zien Bedrogen Echtgenoot,
De man in de verkeerde reus,
de waarheid in het cliché.

Hij zeult maar, van theater naar theater.

De rol is eeuwig.
Het wordt nooit meer later.
Alles trekt scheef als in een farce,
armen waaien van hem los in gebaren.

Taal gaat wapperen.
Barse wanhoop wankelt door de holle hallen van zijn stem. Slingerende grootspraak slaat een arm om hem heen:
hij en hem, de laatste twee der dapperen.
Ze hebben gezien,
Hij zingt,
hij zingt.
Zijn lul verschrompelt.
Hoort zijn kloten knarsen.

Hij ziet in de kleedkamerspiegel
de jaarringen rond zijn ogen
als kringen van stenen in een poel.

Hij hoort het koken van zijn bloed,
het rusteloze bonken van zijn hart.

Alles raast als in een storm.
Woorden blijven stokken in zijn strot.
Daverende stilte.
Elke huisdeur is op slot.

God, verkleed als Johnny Walker,
slaat een arm om hem heen.

Zijn haar valt uit,
zijn rug trekt krom.
Hij vlucht in een viool.
Hoort dwars door zijn gekweel
de vogels zingen.