T: Herman van Veen
M: B. Ruiter
H. Kosterman




Morgen ben ik op de maan
jaar: 1970

Waneer de maan de zon op trekt
het daglicht in haar gouden bed
en als de boer het vee uitlaat
de melkboer rinkelt door de straat
de bedelaar slaapt in 't portiek
een vroege vrouw snelt op haar fiets
de man met pijn is nog steeds ziek
daar is de post
er is weer niets

Waneer de maar haar biezen pakt
de ochtendregen de dag in plenst
een pakje brood en een banaan
een aktetas wordt ingepakt
een natte zoen op een gezicht

Een felle kreet
het levenslicht
een oude vrouw sterft eenzaam dood
een liefdesnacht tot morgenrood
waneer de maan haar plaats verkist
Een radio brult: "Goedemorgen!"
Jij weet het
en ik weet van niets

collectes
giften
kinderzegels

Half negen mis
en één om half tien

Morgen ben ik op de maan.



verschenen op:

Morgen (1970)