T: trad.
Arr: Laurens van Rooijen




De Boer uit Zwitserland
jaar: 1969

Daar kwam ene boer uit Zwitserland,
kadee, kadolleke, kada, en die had ene ezel aan zijn hand
labberdie, labberda, labberdonia
en die had ene ezel aan zijn hand, Cecilia!

waarop dat lei ene witte doek
kadee, kadolleke, kada, Hij sprak, wat zal ik daarmee doen
labberdie, labberda, labberdonia
Hij sprak, wat zal ik daarmee doen, Cecilia!

snijerken, sprak hij: snijerken fijn
kadee, kadolleke, kada, wil mij maken een kedelijn
labberdie, labberda, labberdonia
wil mij maken een kedelijn, Cecilia!

en toen die kedelijn was gemaakt,
kadee, kadolleke, kada, toen ging hij voor zijn vrouwke staan
labberdie, labberda, labberdonia
toen ging hij voor zijn vrouwke staan, Cecilia!

Vrouwke, sprak hij, vrouwke fijn
kadee, kadolleke, kada, zeg mij: hoe staat die kedlijn?
labberdie, labberda, labberdonia
zeg mij: hoe staat die kedelijn? Cecilia!

die kedelijn staat jou niks goe:
kadee, kadolleke, kada, gij hebt een lijf gelijk een koe!
labberdie, labberda, labberdonia
gij hebt een lijf gelijk een koe! Cecilia!

heb ik een lijf gelijk een koe,
kadee, kadolleke, kada, dan ga ik weer naar de snijer toe.
labberdie, labberda, labberdonia
dan ga ik weer naar de snijer toe, Cecilia!

Snijerken, sprak hij, smijerken fijn
kadee, kadolleke, kada, gij hebt er bedorven mijn kedelijn
labberdie, labberda, labberdonia
gij hebt er bedorven mijn kedelijn, Cecilia!

heb ik er bedorven uw kedelijn?
kadee, kadolleke, kada, ik heb het gesnejen in de maneschijn!
labberdie, labberda, labberdonia
ik heb het gesnejen in de maneschijn! Cecilia!

hebt gij het gesnejen in de maneschijn
kadee, kadolleke, kada, ik zal het betalen in de zonneschijn!
labberdie, labberda, labberdonia
ik zal het betalen in de zonneschijn! Cecilia!

die boer die pakt zijn stok al gauw
kadee, kadolleke, kada, en waar hij sloeg kwam niet zo nauw
labberdie, labberda, labberdonia
en waar hij sloeg kwam niet zo nauw, Cecilia!

maar ook die snijer hield zich kloek:
kadee, kadolleke, kada, hij stak die boer met zijn naald in zijn broek
labberdie, labberda, labberdonia
hij stak die boer met zijn naald in zijn broek, Cecilia!

ze zetten de snijer op een witte geit
kadee, kadolleke, kada, en reden er mee naar de eeuwigheid
labberdie, labberda, labberdonia
en reden er mee naar de eeuwigheid, Cecilia!



verschenen op:

* Herman van Veen II (1969)
*