T: E. Marnay
NT: R. Smit
Dick Poons
M: Michel Legrand




optmist - pessimist
jaar: 1976

Daar zit toch die gratie van haar
Dat mooie heupwerk van haar
Die zoete glimlach van ha-a-a-aar
Al die charme, daar
Die beide benen van haar
Ik schreef 't liefste op haar
Een operette
Die ik dan op toon zou zetten
Even romantisch als Lehar

Ja, maar toch, met wat zij mist
Wil ik er zeventig ja, of twintig streken die avond, ben jij stom

Daar, die elegance van haar
Dat halve Franse van haar
De elegance van ha-a-a-ar
Al die charme, daar
Gevoel van stem tegen haar
En die allure van haar
Ik wil haar erend
Met grote kunst proberend
Een film , in het genre van Babard

Ja, maar over wat zij mist
Maak ik er veel meer
Een tiental stomme films, wat ben jij een sufferd

Maar, wat wil je
Ik ben sentimenteel
En ik zou haar voor niets ter wereld willen ruilen
Al weet ik dat ze onvolmaakt is
Maar ik ben zo gek op wat zij wel heeft
En wat die andere missen
Want, met al dat spaargeld van haar
Haar meer dan ruime gebaar
En al die ... waar, en al die charme daar
No blesse-aublige van haar
Die diamanten van haar
Haar vier lakeien
Met al haar landerijen
Is, wat ze niet heeft, geen bezwaar

Nou nou nou, mooie kerel ben jij
Alleen om de centen, wat is dat nou, geld, geld, geld
Ja, hoe bedoel je, ik mag toch wel met een vrouw mee
Ja, maar dat kun je toch niet maken alleen maar voor de centen
Alleen maar voor die ontzettende financiele gevolgen kun jij
Ja, maar wat bedoel je nou, ik mag toch wel om geld


verschenen op:

Herman van Veen II (1969)