T: Herman van Veen



Hempie
jaar: 1987

Vanaf mijn achtste jaar speel ik viool.
Als ik die viool niet had gehad,
was ik waarschijnlijk violist geworden.
In ieder geval was ik de beste van de klas in het naar buiten kijken.



Ik heette vroeger Hempie
omdat mijn hemd altijd uit mijn broek hing.

Hempie, jij zit te slapen.

Ja, meneer.

Hempie, wat moet er van jou worden?

Ja, meneer.

Hempie, hoeveel is 625 keer 365?

Heel veel, meneer. Hempie, buiten. Heel graag, meneer. Dan ging ik naar huis en
haalde mijn viool uit de linnenkast.
Als ik verdrietig was,
speelde ik me vrolijk,
als ik vrolijk was,
speelde ik me verdrietig.

Ik heb mijn viool nu niet meer nodig,
heb vier kinderen.
Als ik verdrietig ben,
maken zij mij vrolijk.
Als ik vrolijk ben, maken zij mij...



verschenen op:

De zaal is er (1987)