T: Herman van Veen
M: Herman van Veen
Erik van der Wurff




De weduwe
jaar: 1978

Katharina
de weduwe van Boas
zit voor het venster van de tearoom
en ze priegelt wat
met haar gebaksvork
door de patisserie
't is kwart over drie
en er is niets gebeurd.


Ze kijkt verloren naar
een vrijend stel
en ze zou ze willen kussen
ze de ogen uitkrabben
open rijten met haar nagels
en ze zou ze willen toefluisteren,
vrijen,
dat heb ik ook gedaan
ik was achttien en prachtig
en ze dongen naar mijn hand
goeie kerels,
rijke kerels,
dichters, politici,
en er was ook -


Hoe heette hij toch
hij had een moedervlek
en hij heeft mij gevraagd
of ik met hem wilde trouwen
toen,
en het regende
en we stonden daar
tegenover elkaar
bij het station
en hij tilde me op
en hij draaide me in het rond
en hij kuste me op het voorhoofd.


Nee, ik ben niet met hem getrouwd;
hij had van die vage dingen
in het hoofd
idealen
noemde hij die zaken.


Ik ben getrouwd met Boas
U kent hem vast wel,
van beton, staal,
huizen, landerijen
hij was heel lief
voor de kinderen.


Katharina, de weduwe van Boas,
in trossen achter haar oren
hebben ze
haar overtollig vel
verborgen;
ze lijkt wel veertig.


Haar contactlenzen
drijven in mascara
en door haar doorzichtig bloesje
zie je in de verte
iets bewegen.
Een strakke jongeman
wiens lul erop geschilderd lijkt
loopt heupwiegend voorbij
en fluistert achter zijn krant vandaan
dat hij haar graag
voor handerd piek
een beurt wil geven.
En ze zou hem willen weigeren
en ze zou hem willen toefluisteren.


Ach god,
heb ik ook gedaan.
Ik was achttien en ongelofelijk
en ze dongen naar mijn hand
goeie kerels, rijke kerels,
dichters, politici, jongens als jij
en er was ook
kom, hoe heette hij toch
hij had een moedervlek.
En hij heeft mij gevraagd
of ik met hem wilde trouwen
toen,
en het regende
en we stonden daar
tegenover elkaar
bij het station
en hij tilde me op
en hij draaide me in het rond
en hij vroeg me of ik met hem wilde trouwen.


Nee, ik ben niet met hem getrouwd.
Ik ben getrouwd met Boas
van alles.


Katharina, de weduwe van Boas,
wenkt de oberkelner en zegt:
Dat was het voor vandaag.


En ze
loopt naar de fielt
achter zijn krant,
betaaltt hem honderd gulden
en zegt:
Zeg, lieverd
heel graag.



verschenen op:

Op handen (1978)
Een voorstelling (Carre IV) (1979)
Toegift Antwerpen (1980)