T: Herman van Veen



de bromvlieg
jaar: 1987

Heeft u gezien wat zojuist op mijn hand geland is?
Een ongelooflijk mooie, dikke bromvlieg.

Heeft u wel eens zo'n dier van dichtbij bekeken?
Prachtig! Alleen die vleugels al.
Als je die vergelijkt met die van
een Concorde, volkomen belachelijk.
Het brein van zo'n dikke bromvlieg
is duizend keer fijner als dat van een computer.

Merkwaardig dat zo'n prachtig dier alleen in stront geïnteresseerd is.

Wij kunnen alles maken, maar zo'n dikke bromvlieg kunnen we niet maken, goddelijk.

Overigens een vraag die mij de laatste tijd steeds vaker gesteld wordt:
geloof jij in god?

Als ik zo'n bromvlieg zie...
begin ik te twijfelen.
Ben jarenlang op zoek geweest naar god.
Heb met zeer gerenommeerde detektivebureaus
samengewerkt.


Maar als god bestaat doet hij geweldig zijn best om dat voor ons verborgen te houden,
geeft hij ons een ironische vrijheid.
Een vrijheid van: honger en kaalhoofdigheid,
om een paar problemen te noemen.
Eigenlijk is god
een soort intuïtie,
iets dat niet door de mens
is voortgebracht,
waartoe hij
zich voelt aangetrokken
en waarvoor hij
tegelijkertijd
afkeer voelt.

Als je de paus
of het vatikaan ziet,
dan houdt
natuurlijk
je potentiële sympathie voor god
ogenblikkelijk op.
Maar als hij bestaat, en daarvan
ben ik in principe vast...

Af en toe bid ik.
Niet vaak.
Alleen als het me slecht gaat,
dan bid ik met grote regelmaat.
Lieve god, ik bid u:
bewijs dat u niet bestaat,
u bevrijdt ons daarmee van een geweldige hoop narigheid.



verschenen op:

De zaal is er (1987)