T: Willem Wilmink
M: Harry Bannink




Zondag voor de gastarbeiders
jaar: 1984

Voor al het rotste werk te huur
in onze vette welvaartsstaat
op zondagmorgen om tien uur
lopen ze doelloos over straat.

De heldere huizen rij aan rij
die zijn zo keurig ingericht
daar is geen enkele wanklank bij
en alle deuren zijn potdicht.

De hoeren trekken ook één lijn,
scheiden het koren van het kaf.
Ook zij houden het liever fijn
weren die donkere jongens af.

Er is alleen nog een station
met een terras, half in de zon.
De Nederlandse zon,
die kille
Nederlandse zon.

De ober kijkt verveeld en wrang,
hij is er weer eens mooi mee klaar.
Die gasten zitten urenlang
op één consumptie bij elkaar.

Hoe kom je hier nog ooit vandaan?
Een microfoonstem kondigt aan
dat op het zoveelste perron
een trein gereed staat naar Milaan.

Er klinkt een fluit - daar gaat ie dan
en straks kun jij vertrekken naar,
kun jij vertrekken naar
een hol dat je gehuurd hebt
van een woekeraar.

Er is alleen nog het station
met een terras, half in de zon.
De Nederlandse zon,
die kille
Nederlandse zon.

Berustend zonder zelfbeklag
denk je aan de week die voor je ligt
met aan 't eind die lange dag
en die ober met zijn zuur gezicht.




verschenen op:

Het een en ander (1985)