T: trad
M: trad.




Drie schuintamboers
jaar: trad.

Drie schuintamboers die kwamen uit het oosten,
drie schuintamboers die kwamen uit het oosten.
Van je rommebom, wat maal ik daar om?
Die kwamen uit het oosten, rombom.

Eén van de drie zag daar een aardig meisje,
één van de drie zag daar een aardig meisje.
Van je rommekebomme, wat maal ik daar om?
Zag daar een aardig meisje, rombom.

'Zeg, meisjelief, wil jij met mij verkeren?
Zeg, meisjelief, wil jij met mij gaan vrijen?
Van je rommebomme, wat maal ik daar om?
Wil jij met mij verkeren, rombom?'

'Neen, jongeman, dat moet jij vader vragen.
Neen, jongeman, dat moet jij vader vragen.
Van je rombom, wat maal ik daar om?
Dat moet je vader vragen, rombom.'

'Zeg, ouwe heer, mag ik jouw dochter huwen?
Zeg, oude heer, mag ik jouw dochter trouwen?
Van je rommebomme, wat maal ik daarom?
Mag ik jouw dochter trouwen, rombom?'

'Neehee, jongeman, zeg mij: wat is jouw rijkdom?
Zeg, jongeman, zeg mij: wat is jouw rijkdom?
Van je rommekebomme, wat maal ik daarom?
Zeg mij: wat is jouw rijkdom, rombom.'

'Mijn rijkdom is, daar wil ik niet om jokken,
mijn rijkdom is die trommel met twee stokken.
Van je rommebom, wat maal ik daarom?
Die trommel met twee stokken, rombom.'

'Neen, jongeman, jij, jij kunt mijn kind niet krijgen, hoor!
Neen, jongeman, jij kunt mijn kind niet krijgen.
Van je rom bom, donder maar op!
Jij kunt mijn kind niet krijgen, rombom.'

'Zeg, ouwe heer, ik heb nog wat vergeten.
Zeg, ouwe heer, ik heb nog iets vergeten.
Van je rommebomme, wat maal ik daarom?
Ik heb nog wat vergeten, rombom.

Mijn vader is Groothertog van Bretagne.
Mijn moeder is de Koningin van Spanje.
Van je rommebom, wat maal ik daarom?
De Koningin van Spanje, rombom.'

'Zeg, jongeman, jij kunt mijn dochter krijgen!
Zeg, jongeman, jij kunt mijn dochter krijgen!
Van je rommebom, neem d'r maar mee.
Je kunt mijn dochter krijgen, joechee!'

'Nee, ouwe lul, jij' mag je dochter houden!
Nee, ouwe heer, jij mag je dochter houden
want ik hoef haar niet meer, ik hoef haar niet meer.
Jij mag je dochter houden, eikel!'


Tekst en muziek: traditioneel; 1968



verschenen op:

Herman van Veen 1 (1968)
Suzanne (1973)