T: Jules de Corte
M: Jules de Corte




De Poort
jaar: 1968

Ik heb een halfuur bij de poort gekeken
Die aan het eind ligt van het laatste pad
Er ging een man doorheen die kanker had
Naast een oud vrouwtje aan de tijd bezweken
Wat hongerlijers uit een hongerland
Een slachtoffer geveld in 't snelverkeer
En tien soldaten, vijf aan elke kant
Met elk in 't lijf een brokje lood van eer

Ik zag een man die net nog op kantoor zat
Hij kreeg een teken en hij had te gaan
Een dronken lor die nauwelijks nog kon staan
Een huisvrouw die haar keukenschort nog voor had
Wat oproerkraaiers uit een oproerland
Een kerkeling die in z'n bijbel las
En in Vietnam tien kindertjes verbrand
Omdat het die dag Napalmzondag was

Ik heb een halfuur bij de poort gekeken
Die aan het eind ligt van het laatste pad
Ik heb geen troon gezien waar God op zat
Noch engelen de bazuinen horen steken



verschenen op:

Herman van Veen 1 (1968)

Maar wel vloog er een witte duif voorbij
Met in haar bek een takje levensgroen
Dat God ons in het uur genadig zij
Als wij de laatste kruisgang moeten doen