T: Hanneke Holzhaus
M: Herman van Veen
Erik van der Wurff




BANG
jaar: 1991

Ben je bang, zeg, ben je mal?
Waar zou jij bang voor zijn?
Er zitten geen heksen achter het behang,
de muizen hebben hun muizenval,
je tand is er door en het doet geen pijn
en ik zing vanavond een mooi refrein.
Ben je bang, zeg, ben je mal?
Waar zou jij bang voor zijn?

Ben je bang voor het donker, zei je?
Het donker, dat ken jij toch niet?
Het donker is van geen enkel belang,
in het donker zijn wij toch bij je?
Het donker is voor het grote verdriet,
voor woorden in een angstig lied.
Ben je bang, zeg, ben je mal?
Donker kent jou nog niet.

Bang?
Je vader is bang
en je moeder is als de dood.
Straks gaat het licht uit op de gang
voor het huis wacht een trein van kou.

We reizen de nacht door zonder jou
en worden verschrikkelijk,
worden verschrikkelijk,
worden verschrikkelijk
groot.

Ben je bang, waarvoor dan, jongen?
Je fiets staat toch netjes op slot?
En komen er dieven uit het gevang,
springt papa ze dadelijk in hun nek.
Oorlog, wat oorlog, dat mag niet van God.
Trouwens, ik stamp elke vijand verrot.
Ben je bang, zeg, ben je mal?
Alles zit veilig op slot.

Bang?
Je vader is bang
en je moeder is als de dood.
Straks gaat het licht uit op de gang,
voor het huis wacht een trein van kou.

We reizen de nacht door zonder jou
en worden verschrikkelijk,
worden verschrikkelijk,
worden verschrikkelijk...




verschenen op:

* Carré 6 (1991)
*