T: Willem Wilmink
Herman van Veen
M: Herman van Veen
Edith Leerkes
H. v.d. Schalk




De dierentuin
jaar: 2000

J is de J
is de J
is de J van de jacht
A is de klinker
midden in wacht
G is de G
is de G
is de G van goed
G is de G van God
en van bloed

De kleine dieren in de dierentuin
die voelen zich wel vrij
de ganzen en de geitjes op
de kinderboerderij

De kleine apen springen vrolijk rond
ik lach als ik ze zie
en gonzend vliegt in 't vogelhuis
de kleine kolibri

U is de U
van majesteit
A is de tweede
uit de naam van dit dier
R is de R
is de R
van ren voor je leven
verstop je
blijf niet langer hier

De groten in de dierentuin
hebben het niet zo fijn
zij hebben de ruimte niet
om in hun schik te zijn

De tijger loopt maar heen en weer
keer op keer op keer op keer
de olifant stampt almaar door
tegen de ijzeren deur

G is de G
van geven en nemen
van evenwicht
maar dan fout geschreven

En de gorilla zit zo stil
met z'n bedroefde kop
of hij de mensen zeggen wil:
"Ach, sodemieter op"
Of hij de mensen zeggen wil:
"Ach, sodemieter toch op."



verschenen op:
* alle liedjes van de beer gaan over honing